Buitenlandse bedrijven hebben de afgelopen vijftig jaar via Nederlandse investeringsverdragen 100 miljard dollar geclaimd bij andere landen.
Dat blijkt uit een rapport van Milieudefensie, TNI, SOMO en Both ENDS.
Volgens Milieudefensie is alleen via de Verenigde Staten meer geld geëist bij andere landen. De onderzochte claims worden mogelijk gemaakt door investeringsverdragen die landen met elkaar sluiten, bedoeld om het investeren in een land makkelijker te maken.
Rechtssysteem omzeilen
Door de vergaande investeringsbescherming in deze verdragen (het ‘ISDS-arbitragesysteem’) maakt het bedrijven vooral mogelijk een land buiten het rechtssysteem en de nationale wetten om aan te klagen en torenhoge schadevergoedingen te eisen. Ook als het gaat om regelgeving die burgers beschermt, zoals vakbondsrechten en voedselveiligheidsnormen, of om maatregelen die het klimaat en het milieu moeten beschermen.
In totaal zijn er wereldwijd 3.324 verdragen met een zogeheten ISDS-arbitragesysteem (Investor-State Dispute Settlement), waarvan 90 door Nederland werden gesloten. De verdragen hebben in totaal tot 817 zaken geleid, waarvan 96 in Nederland. In totaal werd er wereldwijd 570 miljard dollar geclaimd, waarvan dus minstens 100 miljard in zaken via Nederlandse verdragen.
De kans is groot dat dit bedrag nog veel hoger ligt, aldus de onderzoekers, omdat de meeste ISDS-zaken achter gesloten deuren plaatsvinden.
'Eerlijke verdragen'
Milieudefensie pleit voor 'eerlijke verdragen'. ,,Verdragen waarin belangen van mens en milieu zwaarder wegen dan belangen van multinationals. Laat Nederland deze keer de grondlegger zijn van een eerlijk en duurzaam model dat net als vijftig jaar geleden navolging kan vinden in de hele wereld, maar zonder de schadelijke gevolgen van toen”, aldus Freek Bersch van Milieudefensie.